Kampot en Phnom Penh
Dag 62 - dag 68 (di 03/03 - maa 09/03): liefde op het eerste zicht
![]() |
| Phnom Penh bij volle maan. |
Na veel geknuffel met onze adoptie-familie in ons hotel in Phu Quoc reden we naar de ferry. Het beloofde alweer niet veel goeds: iedereen kreeg bij begin een kotszakje uitgedeeld. Het was niet zomaar een ferry. Het was een supersnelle ferry. Dat was niet varen. Dat was vliegen over het water. Goed voor mij, want hoe rapper het gaat, hoe minder ziek ik word. Dus ook al zat het kindje naast me gretig gebruik te maken van dat zakje, mij en de kindjes deed het niets. En Michel? Die lag gedrogeerd te slapen. Die had dus ook nergens last van.
![]() |
| Superferry! |
We mochten deze keer de grens overwandelen met pak en zak in de verzengende middaghitte. Het wordt hier trouwens ondertussen echt heet. En vochtig. A la 38 graden heet. Tot nu toe was het fijne warmte, warmte waarin je kon functioneren. Nu beginnen we al eens te klagen van 'pff, 't is veel te heet'. Het is ook nooit goed.
Maar de grens dus. Cambodja is anders. Dat merk je direct. Mensen zijn aardig, vriendelijk, maar proberen overal een dollar uit te slaan (ja, dollar, dat gebruiken we hier meer dan de lokale munt). "Zal ik je visum regelen? Kost je een dollar meer, maar dan heb je geen lange wachtrij." Er stond helemaal geen wachtrij. We hadden dus gelukkig zelf ons visum geregeld.
![]() |
| Op wandel in niemandsland naar de Cambodjaanse grens. |
Aha, dat Coronavirus. Naar het schijnt is de premier van Cambodja persoonlijk naar Wuhan gereisd om te zeggen dat Chinezen nog welkom zijn in zijn land. Er is ook welgeteld één geval bekend in Cambodja. Ik zeg bewust 'bekend'. En om verdere verspreiding te voorkomen, moesten wij een gezondheidscontrole ondergaan aan de douane. Dat bestond uit het kijken in een groot machine, dat dan een gigantische thermometer moest voorstellen, en het ontsmetten van onze handen. Daarvoor kregen we dan een gezondheidscertificaat, maar niet voor we weerom een dollar hadden betaald. De Polen achter ons speelden het hard en betaalden niet. Wat deden de Cambodjanen? Zij lieten hen wachten en wachten en wachten. Want zo werkt het. Je betaalt een dollar en je mag weg, je betaalt niet en je mag voor onbepaalde tijd wachten.
Ik geloof dat op de lijst van 185 landen - waarbij nummer 185 het meest corrupt is -Cambodja op plaats 161 staat. Er valt veel voor te zeggen en uiteraard keur ik dit niet goed, maar toch moest ik stiekem glimlachen. Charmant vond ik het ergens. Het deed me namelijk heel erg aan Egypte denken.
Op naar Kampot. Een provinciaal rivierstadje. Uiterst gezellig. Ons hotel lag buiten het centrum, als in met de tuktuk via rode onverharde zandwegen erheen, aan de oevers van de rivier. Een leuke bungalow in een groene tuin waar we op de steiger bij zonsondergang een pintje dronken. Intens geluk. We gingen die dag enkel nog lekker eten en zouden de volgende dag Kampot verkennen.
![]() |
| Ons terras. |
De volgende dag werd er jammer genoeg niet verkend. Het was van dat: toerista, de vloek van de farao. Imodium en motilium werden bovengehaald. Wat een doemscenario's had ik alweer in mijn hoofd, want Cambodja staat niet gekend voor zijn goede ziekenzorg. Hoe zou ik uitgedroogd in Bangkok geraken? Soit, ik bespaar jullie de details, maar wat viel het toch al bij al wel mee. Twee motiliums, twee imodiums, twee toiletbezoeken en een dagje platte rust later en ik was al terug alive. Kicking nog niet. Michel had ook wat last. De kindjes gelukkig niet. Tot nu toe hebben we op dat gebied echt nog niets te klagen gehad, maar we zijn ook wel voorzichtig. We nemen geen enkel risico en gaan echt alleen eten op plaatsen met goede kritieken en waar het vol mensen zit. Oh ja, en om de zoveel weken nemen we hier een vitaminekuur voor onze darmen. Ik zei je toch al dat we twee zakken medicijnen meehadden?
Maar we hadden nog tijd genoeg om Kampot te verkennen. We huurden een tuktuk voor een dag en reden naar de zoutvlaktes van Kampot en proefden ervan. Van het zout naar de peper. Weet je nog dat Phu Quoc beweerde de beste peper te hebben? Dat beweert Kampot dus ook. We gingen naar een peperboerderij voor een vergelijkende studie. Deze was niet van een lokale boer zoals in Phu Quoc, maar van een Frans-Belgisch koppel dat er een heuse business van heeft gemaakt met rondleidingen, dat keurlabels wil geven aan de peper, studiebeurzen schenkt aan de drie beste leerlingen van de klas en voorziet in naschoolse opvang. Tijdens de rondleiding (en toen we nog allebei niet helemaal ok waren en eigenlijk gewoon wat wilden zitten), merkten we plots de naschoolse opvang op. Of we daar even heen mochten? Dat was geen probleem. Michel en ik hebben afgewisseld. Hij even mee op toer op de peperboerderij, ik bij de kindjes in de opvang, en dan wisselen. En de opvang was leuk. Samen tekenen met de andere kindjes, met een bal spelen, kijken hoe de andere kindjes een dansje leerden, ... meedoen durfden ze niet. Sanna en Eli mogen dan wel bij hoog en laag beweren dat ze nooit meer naar school gaan, ze vonden het toch wel bijzonder fijn daar tussen die andere kindjes.
Om de dag af te ronden slenterden we nog wat rond in de prachtige straatjes van Kampot en bezochten een nightmarket waar de kindjes zich uitleefden op de plaatselijke kermis.
![]() |
| Ongegeneerd zout stelen. |
![]() |
| In de opvang. |
![]() |
| Koeien te pas en te onpas. |
![]() |
| Peper sorteren. |
![]() |
| Op de plaatselijke kermis. |
De volgende dag was het weer kajak-dag. Ook al had ik gezworen dat ik genoeg gekajakt had voor de rest van mijn termen, het bleek nu eenmaal de makkelijkste manier te zijn om de mangroven hier te bezichtigen. Het begon al goed voor Michel en Eli. Bij hun eerste roeislag, kapseisde hun bootje, in ondiep water gelukkig, maar dat was goed om heel Michel zijn been te schaven. Eli had niets. Dit zorgde bij mij voor opperste concentratie. Dat en de toestand van het water. Bah, wat vies. Ik kan niet kajakken en ik krijg dat ding niet gedraaid, maar zorg ervoor dat ik denk dat ik vieze ziektes ga oplopen en ik garandeer je dat ik ervoor zorg dat die boot niet kantelt. Maar was het mooi? Zeker! Wat een ervaring weer om te kajakken in de schaduw van mangroven, palmbomenbladeren ontwijkend die net door een mevrouw omgehakt worden, je weg zoeken tussen de mangroven en ervoor zorgen dat je niet verdwaalt. Een unieke ervaring.
![]() |
| Kajakken - weeral. |
![]() |
| Met zicht op Eli en de mangroven. |
We hadden nog niet genoeg van al dat water en 's avonds was het tijd voor een sunset cruise met zoektocht naar vuurvliegjes. Het was niet de tijd van het jaar, maar we hebben toch vijf vuurvliegjes gezien. En de kindjes die hadden dolle pret, want Oona uit Brugge zat toevallig ook op die boot, een speelkameraadje.
De dag erna namen we de trein naar Phnom Penh. We namen bewust de trein, omdat we dachten dat dit een unieke ervaring zou zijn. En dat was het ook. Een klein verlaten stationnetje, wit met blauwe deuren en luiken, waar dan wellicht twee treinen passeren op een dag. En dan die trein. Wat zeg ik, trein? Ik moet zeggen treintje. Het was letterlijk één wagon. Maar dan wel een grote hoge wagon, helemaal spikspan in orde, met zetels die je naar elkaar toe kon draaien en ruime plaatsen (hoewel wij een beetje krap zaten, want de kinderen hadden weer een speelkameraadje gevonden en die kroop er ook nog bij). Tien minuten na vertrek hebben we op een centimeter na een vrachtwagen gemist die besloot nog over de rails te racen, maar verder geen klachten. Het constante getoeter neem je erbij. Maar daar let je niet meer op na een tijdje en dat is trouwens om koeien van het spoor te verjagen of doorzetters van chauffeurs alsnog te ontraden het spoor over te steken. Het is dus in je voordeel, dat getoeter.
We hielden ons hart vast voor Phnom Penh. Een stad. Dat was druk, warm, vuil en niet leuk, toch? We hadden dus maar twee nachten geboekt. Maar Phnom Penh is anders. Laat Phnom Penh nu eens een toffe stad zijn. Een stad in volle ontwikkeling, met hippe plekjes, levendig, bruisend, lekkere restaurants, coole skybars, maar ook rustige straatjes, verdoken in het groen, oases van rust, traditionele huizen, pagoda's en eetstandjes. Michel en ik zeiden allebei dat dit wel een stad is waar je een citytrip naartoe zou willen maken.
Michel vond het er zo tof dat hij spontaan begon mee te dansen met de zumba op de esplanade. En de kindjes natuurlijk ook. De Cambodjaanse vrouwen kwamen niet meer bij van het lachen. En ik ook niet. Van die zumba en Michel, daar bestaan opnames van, voor de geïnteresseerden te verkrijgen op aanvraag.
![]() |
| Phnom Penh. |
![]() |
| Schaterlachen in een skybar. |
![]() |
| Traditionele dansvoorstelling. |
![]() |
| Zoek het kindje hangend aan de fiets. |
![]() |
| Phnom Penh by night. |
Onvermijdelijk in Phnom Penh was het bezoek aan de killing fields nabij de stad. We hadden wat getwijfeld of we dat wel moesten doen met de kindjes, maar we hadden ons geïnformeerd en ook de mama van Oona zei dat het echt wel ok was om te doen. Ik had de kindjes vooraf wat voorbereid en verteld over de Rode Khmer. Ik dacht dat het moeilijk zou zijn en wist niet of ze het zouden begrijpen, maar kinderen weten uiteindelijk al zoveel over 'goed en kwaad' uit sprookjes. Toen ik zei dat de Rode Khmer de mensen weinig eten gaf, zei Sanna:"Zoals de boze stiefmoeder in Assepoester?" Voilà, het was duidelijk.
Deze killing fields liggen op 14 km van de stad, dus we gingen er met de tuktuk heen. Ook toen legden de mensen diezelfde afstand af. Ze werden berecht in de stad en werden dan in vrachtwagens naar daar gereden onder het mom dat ze naar hun nieuwe woonst gebracht werden. Daar aangekomen werden ze meestal direct vermoord. Behalve in het laatste jaar, toen er meer dan 300 mensen per dag arriveerden en ze hen niet meer allemaal direct konden vermoorden. Meer dan een kwart van de bevolking is toen vermoord of omgekomen door honger of ziekte, in vier jaar tijd, 2 miljoen mensen.
Er zijn veel killing fields, verspreid over Cambodja. Sommige zijn zelfs niet toegankelijk, omdat ze omringd zijn door mijnen of midden in de jungle liggen. Degene die wij bezocht hebben, daar zijn minimum 20000 mensen vermoord. Ze hebben er 129 massagraven gevonden. Sommige massagraven liggen er nog steeds ongeopend. Ze hebben ook een massagraf met vrouwen en kinderen gevonden. Ernaast staat een boom. Tegen die boom sloegen ze baby's dood, voor de ogen van hun moeders.
Als eerbetoon voor de slachtoffers hebben ze er een stoepa gebouwd waarin de stoffelijke resten bewaard worden (schedels en botten).
Als eerbetoon voor de slachtoffers hebben ze er een stoepa gebouwd waarin de stoffelijke resten bewaard worden (schedels en botten).
Nu kan je er rondwandelen en is het een vredevolle plek met bomen en het gefluit van vogeltjes. Je krijgt een audioguide in het Nederlands met duidelijke uitleg. Aan het graf van de vrouwen en kinderen hangen armbandjes en aan de boom ernaast kleurrijke lintjes. Voor onze kinderen was er helemaal niets lugubers aan. Voor ons daarentegen, als je hoort wat er allemaal is gebeurd, dan houd je het niet droog.
![]() |
| Geen verdere woorden nodig. |
En toch... wat een land! Soms is het liefde op het eerste zicht en weet je niet waarom. Dat deed Cambodja met ons. We zijn hier nog maar een week en misschien stellen we onze visie nog bij, maar voorlopig hebben we ons hart hier verloren.
























