Angkor Wat, de verloving en de vlucht

Laatste dagen in Cambodja

Dag 68 - dag 72 (maa 09/03 - zat 14/03): een week om niet te vergeten

Happy days in Angkor Wat.

Met toch een beetje pijn in het hart lieten we Phnom Penh achter ons.  Maar zoveel moois stond ons te wachten: Siem Reap oftewel daar waar de tempels van Angkor Wat zich bevinden.  Wat?  Angkor Wat?!  Ja!  Laat ik dat nog eens herhalen.  Ang-kor Wat.  Misschien betekent het voor een ander niet zoveel, maar voor mij wel.  Sinds ik de strip van Jommeke heb gelezen, wil ik daar naartoe.  Een kinderdroom dus.  Net zoals de piramiden.  Daar keek ik ook zo naar uit.  En nu was ik zowaar met de bus op weg naar droom nummer twee.  Afvinken die bucketlist!

Reikhalzend uitkijken naar Angkor Wat - letterlijk.

We zijn niet de beste planners als het op reizen aankomt, maar hier hadden we zowaar al een aangeprezen tuktukchauffeur geboekt voor vier dagen.  De fantastische Sok Lin.  Op dinsdag kwam hij ons ophalen en vol verwachting reden we naar het tempeldomein.  Angkor Wat is slechts één tempel in een gigantisch domein vol andere tempels.  Maar het is wel de bekendste.  Het was al 38 graden - want wij rollen nog steeds maar om 9u uit ons nest - maar de gevoelstemperatuur was 42.  En vochtig, heel vochtig.  70%.  De parking ligt op een redelijke afstand van de tempel, dus tegen dat je er bent, heb je al een liter vocht verloren en is al het water dat je voorzien had, al opgedronken en dan moet je er nog aan beginnen.  Maar wat kon mij het deren.  Ik dartelde naar de tempel.  Mijn reisgenoten hadden het er iets moeilijker mee, maar deden toch maar stoer mee.  Voor mij.  Liefde is... 

Familieportret bij Angkor Wat.

Dansend door de tempel.

Ah, wat een zicht.  Aankomen van over het water, de brug oversteken, de eerste tempel binnenwandelen, dan verder wandelen naar de andere, onderweg de bibliotheek ontdekken en alle inscripties in de tempels.  Je verliezen in hoe het er toen is geweest, toen het één en al bedrijvigheid was, wat er zich afspeelde, wat de muren allemaal gezien hebben.  Genieten!  Ik sta dan ook belachelijk gelukkig op elke foto in Angkor Wat.  De rest van mijn team staat vooral te zweten.  Maar dees hier vond het zelfs niet erg om nog een toren te beklimmen.  Zelfs mijn hoogtevrees smolt als sneeuw voor de zon (letterlijk in zo'n hitte).  Kortom: een toppertje!  Beter dan ik me had kunnen voorstellen.  Zei ik al dat ik een traantje wegpinkte van puur geluk?

Zicht vanop de hoogste tempel.

Familieportretten voldoende met Sok Lin aan onze zijde.

En oh ja, we waren er alleen.  Ik kan natuurlijk niet vergelijken, want ik was er nooit eerder, maar het moet uitzonderlijk zijn.  We ontmoetten er later een Belgische restauranthouder en hij zei dat ze op 15% draaien van normaal.  Veel hotels en restaurants zijn al gesloten, personeel naar huis gestuurd wegens geen werk.  De overheid heeft de tickets van Angkor Wat zelfs goedkoper gemaakt, in die zin dat we met onze dagpas twee dagen binnen mochten.  Alles om toch maar een beetje toeristen te trekken.  En waarom zijn er geen toeristen?  Covid-19.  Niet dat Cambodja ze niet wil, nee, ze komen gewoon niet meer.

My happy place.

Dat merkten we ook toen we 's avonds naar zonsondergang gingen kijken.  Dé plaats bij uitstek hiervoor.  Onze gids Sok Lin was er zelf nog nooit geweest.  Er worden namelijk maar 300 mensen tegelijkertijd toegelaten op deze tempel om naar de zonsondergang te kijken.  En er staat altijd een enorme file.  In pre-corona tijden mag je even op de tempel, foto nemen, hup, plaats maken voor de volgende.  Nu niet.  Want er zijn zelfs geen 300 toeristen.  Wij hebben daar anderhalf uur gezeten, kijkend hoe de zon onderging, van begin tot einde.
Ontzettend leuk voor ons natuurlijk, wat een luxe.  Maar heel erg voor de mensen in Siem Reap die van het toerisme leven.

Zicht op Angkor Wat in de verte.

Zonsondergang.

De geweldige Sok Lin.

Woensdag: dag 2 bij de Angkor tempels.  Wat keek ik er alweer naar uit.  Deze keer gingen we naar de "jungle" tempel ofwel Ta Prohm.  Jullie allen bekend als die tempel uit Tomb Raider.  Helemaal anders.  Bomen groeien tussen, boven, onder, op en in de tempels.  Mooi om te zien hoe de geschiedenis en de natuur zo verweven geraakt zijn.  En heel logisch vanwaar de tempel zijn naam haalt.
Op de terugweg passeerden we nog enkele mooie tempels waar ik jullie de details van bespaar.  Maar dat het de moeite was, dat kan ik jullie garanderen.

De jungle tempel.

Natuur en tempels door elkaar.

Bayon tempel.

We besloten 's avonds nog een zonsondergang mee te pikken.  Sok Lin wist alweer een perfect plekje. Hij bracht ons naar een meer binnen het tempelcomplex, een rustige plek vanwaar we naar de zon konden kijken, terwijl die weerspiegeld werd in het water.  Perfect inderdaad.  En het werd nog beter.
Want terwijl ik daar zo naar de zon stond te kijken, kwamen daar plots de kindjes af met elk een roosje.  En Sok Lin huppelde er achteraan, alles te filmen.  En Michel die had ook iets vast.  En na wat lieve woorden, ging hij - oh ja - op zijn knieën en vroeg hij om te trouwen.  Natuurlijk zei ik 'ja'.  Er waren nog tal van andere grote en kleine attente details, maar ik ga heus niet alles aan jullie neus hangen.
In elk geval.  Het was perfect, het was af, het was zoveel beter dan ik had kunnen dromen.  Uiteraard.  En net daarom ga ik ook met hem trouwen.

Verloofd!

De uren en dagen die volgden, verbleef ik een beetje op een roze wolk - en nog steeds, maar dit is niet de opzet van deze blog, dus back to business.

Op dag drie in Siem Reap bezochten we een lokale markt en wandelden we door een dorpje.  De armoede was er heel groot.  We beseften weeral dat de luxe waarin wij wonen, gigantisch is. 
In de namiddag gingen we zwemmen in een meer.
De laatste dag trokken we met Sok Lin naar een floating village.  De weg erheen was al fenomenaal.  Half door de jungle, door kleine dorpjes, op rode aardewegen.  En het dorp zelf was ook heel speciaal.  Hun huizen staan op heel hoge palen.  Dat kan je nu heel goed zien, omdat het droogseizoen is.  In het regenseizoen overstroomt het daar en is de weg, waarop wij nu liepen, onbestaand, maar varen ze naar elkaar.

Het meer met 'kabientjes'.

Suikerrietsap.

Lotusbloemvruchten.

We gingen ook naar het circus - fantastisch!

Droogseizoen.

Floating village - de daken zijn hier ook stuk voor stuk pareltjes.

En toen werd het stil in België.  Scholen, cafés, restaurants dicht, afstand houden, thuisblijven, zorgen voor elkaar.  We zaten veraf, maar wij voelden het ook direct.  We werden anders wakker op vrijdag.  We hielden de situatie natuurlijk al een hele poos elke dag in de gaten.
In Vietnam waren we net op tijd weg.  Daar was al een tijdje duidelijk dat je het er als toerist niet makkelijk had.  Hanoi, Sapa, Ha Long Bay: gesloten.  Veel hotels weren Europeanen, omdat ze het virus zouden binnenbrengen.  Bepaalde nationaliteiten krijgen geen visum meer voor Vietnam.  Heb je op dezelfde bus of vlucht gezeten met een besmette persoon, dan word je opgespoord en in quarantaine gezet.  En terecht natuurlijk.  Behalve misschien in het zuiden van Vietnam, daar valt het precies nog mee.
In Cambodja werden de regels ook verstrengd, want ook daar waren meer gevallen van corona.  Allemaal binnengebracht door Europeanen.  Er ligt ook een Belg in quarantaine in het ziekenhuis in Phnom Penh.
We voelden de bui al hangen.  Wat als Thailand hetzelfde deed?  En wij Thailand niet meer binnen mochten?  Staan we daar dan mooi in Cambodja zonder vlucht, want die vertrekt op 01/04 uit Bangkok.  We besloten dus om direct naar Thailand te 'vluchten'.  Het eigenlijke plan was om nog een paar dagen naar Battambang in Cambodja te gaan en dan pas naar Thailand te trekken, maar we namen liever geen risico.  Op zaterdag vertrokken we richting de grens.  Met een klein hartje weliswaar.  De inreisregels waren inderdaad weer veranderd.  Cambodja verstrengt zijn inreisregels voor bepaalde landen, vanaf 17/04, denk ik.  En Thailand heeft een lijst van landen die ze 14 dagen opvolgen als ze Thailand binnenkomen.  Om één of andere reden staat België er nog niet tussen, Nederland wel.  

Hier trouwens geen WC-papier-stress.

We reden met een taxi naar de grens.  En dan maar hopen dat niemand van ons - om welke reden dan ook - plots koorts krijgt of stel je voor, net moet hoesten aan die grensovergang.  Om de vijf minuten aan de kindjes hun hoofdjes voelen, en zeggen dat ze zeker niet mogen hoesten, water drinken als ze een kriebeltje hebben en we zweten ons hier te pletter, sebiet denken ze dat we zwaar ziek zijn.  Maar nee hoor, niets van dat alles.  Onze temperatuur werd wel gemeten (Michel: 36,2, Eli en Sanna: 36,7 en ik: 36,3): oef!  En we moesten ook een formulier invullen met waar we gezeten hadden de laatste 14 dagen (nee, niet in Europa!) en of we enige symptomen gehad hebben (nee, zelfs geen kuchje!).  Et voilà, we mochten binnen.

Ik was vergeten hoe aardig en verwelkomend de Thai zijn.  Het land van de glimlach.  Met open armen werden we ontvangen.  En hoe modern en gesofisticeerd.
Een paar soldaten stond ons op te wachten met de glimlach.  Ze hadden voor elk van ons een alcoholspray om onze handen te ontsmetten.  Een cadeautje.  En in ruil daarvoor mochten we met hen op de foto.  Met de glimlach en de spray.  Ik vraag me af in welk promofilmpje we nu opgevoerd worden.

Onze beste vriend ondertussen.

Ah, Cambodja.  We moesten er te snel weg.  Geen afscheid, maar een tot ziens.

En ondertussen namen we het besluit ook vroeger naar België terug te keren.  We zijn er volop mee bezig en hopen dat het zo snel mogelijk lukt.