Goodmorning Vietnam

Ha noi

Dag 33 - dag 36 (di 03/02 - vrij 07/02): regen en nonkel Ho

Flauwe monddoeken-humor

Nog een laatste verfrissende duik in het zwembad van Vientiane en hop, met de tuktuk naar de luchthaven.  Jawel, met de tuktuk, want de luchthaven ligt op welgeteld tien minuten rijden van het centrum van Vientiane.  Zo groot is Vientiane, zo groot is ook de luchthaven.  Maar verder niets te klagen: alles verliep vlot en ik heb me geen seconde onveilig gevoeld met Lao Airlines.  Eén klein incidentje: het kinderschaartje.  Onze kindjes spelen hier met niet veel, maar het enige waar ze ontzettend veel aan hebben, is hun tekenboekje en hun etuitje met stiftjes, potloden en kinderschaartje.  Dat zorgt ervoor dat we met een gerust hart op café of op restaurant kunnen gaan.  De kindjes kunnen zich naar hartenlust uitleven met tekenen en knutselen, wij kunnen even rustig genieten van een hapje en een drankje.  Zulke rustmomenten zijn ontzettend belangrijk voor een goed verloop van de reis.  

Nog een laatste verfrissende duik bij 32 graden in het zwembad in Vientiane.

Zitjes speciaal voor monniken op de luchthaven van Vientiane.

Lao Airlines.  Sanna meende zelfs de wolken-eenhoorn gespot te hebben!

Dit kort geschetst zijnde, terug naar de luchthaven.  Douanecontrole.  Het zijn altijd hectische momenten.  Je moet jezelf en je kinderen ontdoen van alle metaal, terwijl je gegarandeerd toch zal piepen door die metaaldetector. Ondertussen moet je al je elektronisch materiaal in een bakje leggen, je riem en soms zelfs je schoenen uitdoen, van jezelf en de kinderen én er ondertussen ook voor zorgen dat er geen kind wegglipt naar ergens.  Zoals gezegd piep je dan toch, dus word je weer apart genomen voor een extra controle, er ondertussen nog steeds voor zorgend dat er geen kind verdwijnt, terwijl er natuurlijk ook nog iets verdachts in je bagage blijkt te zitten.  Kortom: stresserende tijden.  Op dat moment, dat we dus apart werden genomen voor een extra controle, terwijl we onze twee kinderen in toom probeerden te houden, op dat moment zeiden ze dat er iets verdachts in onze bagage zat.  Nog voor we konden reageren, zagen we met z'n allen dat mevrouw de agent het kinderschaartje in de vuilnisbak kieperde.  Ow, stop!  Het kinderschaartje?  Toch niet het kinderschaartje?! Familie Panckoucke-Soenen schoot als een team op hetzelfde moment in actie.  

Het schaartje.  Voor de zekerheid hebben we in Hanoi nog ééntje extra gekocht.

Ik geloof dat we met z'n allen tegelijkertijd begonnen te roepen.  Heel de check-in hal draaide zich in onze richting.  Door het verschot wellicht, werd het kinderschaartje direct uit de vuilnisbak gehaald.  Ik begon er mee in mijn eigen vingers te snijden om te tonen dat je daar echt niemand pijn mee kon doen, ondertussen sissend naar Sanna:"Huil, nu," maar daar was ze al mee bezig.  Eli stond ook al hysterisch te zwaaien met zijn armpjes, klaar om mee te huilen.  En Michel, die wou die schaar al tegen zijn nek houden om te tonen dat je er echt niemand mee kon verwonden.
Missie geslaagd.  Eén opa-uitziende douanier kreeg compassie met ons en we kregen de schaar terug.  Onze rustmomenten op restaurant blijven gegarandeerd.  Oef!

Rustmomenten voor ons en tekenplezier voor hen.  Sanna houdt hier trouwens een tekendagboek bij.

Hanoi.  Eerlijk is eerlijk.  Het was geen liefde op het eerste zicht.  Aan de douane waren ze helemaal niet vriendelijk.  Mevrouw de douanier had Eli en Sanna en hun paspoorten door elkaar gehaald en gaf ons daar duidelijk de schuld van.  Soit, waar zijn ze wel vriendelijk aan de douane (behalve in Thailand?)?  Vervolgens: het regende en het was grijs.  We kwamen van een zwembad en 32 graden, dus 14 graden, dat was even wennen.  Gelukkig zijn ze daar in Hanoi op voorbereid met hun 1000 'northface' winkeltjes, dus we hadden in no time een regenjas voor iedereen geregeld.  Plus, airco op de kamer kan je ook als chauffage gebruiken.  Trouwens, vriendin Femke had thermisch ondergoed als tip gegeven en dat hebben we mee voor de kindjes, dus die hadden het zeker niet koud.  Om de eerste indruk helemaal af te werken, de eerste keer dat ik de straat overstak met de twee kindjes aan de hand (op zich al een onderneming hier), werd ik in het midden geblokkeerd door een mevrouw die me iets wou verkopen en die liet me net iets te lang sudderen in het midden van de straat met de twee kinderen.  Ik moet er als een makkelijk slachtoffer uitgezien hebben.  Ik snap dat je je spullen wil verkopen, maar laat dit bij mij geen goede tactiek zijn.  Wat later zag ik haar opnieuw mijn kant uitkomen, maar deze keer wierp ik haar, zoals het een goede socialist betaamt, een blik toe van:"Ni fokke me mij, gast," en ze liet mij met rust.

Regenjas: check!

Drukte alom in de oude stad.

Hanoi, wat een stad.  Wat een indrukken.  Waar je ook kijkt, er is zoveel te zien en te ontdekken.  Vooral scooters.  Overal scooters.  Met toeters.  Toeters die zeggen:"Ik kom eraan, uit de kant".  Wij vonden het levensgevaarlijk, maar het lijkt te werken.  Scooters lijken overal en op iedereen voorrang te hebben.  Het voetpad is ook grotendeels, legaal, door de scooters ingepalmd als parkeerplaats.
Maar ook de typische beelden die je in je hoofd hebt van Vietnam: Vietnamezen op een fiets met een typische hoed in de regen.
En marktjes en restaurantjes, met de kleurrijkste groenten en fruit.  Ooit al op gelet hoe mooi dragonfruit is, of lychees?  Of hoeveel verschillende soorten groene groenten er zijn?  En je ziet er kleine plantjes in een pot die de mooiste gigantische vruchten dragen.  En zoveel onbekende groenten en fruit.
En dan zijn er wellicht nog zoveel verborgen pareltjes in al die steegjes en hoekjes en kantjes waar wij niet komen.  Wat een intrigerende stad!

Waar eerst gekeken?

Eén van de duizenden kraampjes.

Een huis in Hanoi.

We bleven er drie dagen en hebben veel gewoon rondgewandeld en onze ogen uitgekeken (met ook ogen op onze rug voor de scooters).  We bezochten ook een paar dingen (of wilden die bezoeken): Temple of Literature en Tran Quoc Pagoda - beide gesloten ter preventie van de verspreiding van het corona-virus.
's Avonds gingen we naar een waterpoppentheater.  Hoe fantastisch was dit voor de kindjes en voor ons?!  Ook al verstonden we er geen snars van.  Draken die uit het water springen en dansen, grote vissen die mensen opeten, schildpadden die zwaarden uitspugen, ...  Laat je fantasie maar de vrije loop (of zoek de legende van Hanoi eens op).
We zochten wat geschiedenis op in het military museum, want jammer genoeg hebben ze wel een rijke voorhistorie van oorlog.  We konden er een heus neergestort Amerikaans vliegtuig 'bewonderen'.  We leerden meer over Ho Chi Minh, liefkozend, nonkel Ho genoemd.  En we zagen hoe clusterbommen er aan de binnenkant uitzien.  Wat Sanna hilarisch vond, was het feit dat we verplicht werden tot het dragen van een mondmasker in het museum.  Je raadt het al... ter preventie van de verspreiding van het corona-virus.

Temple of Literature: de oudste universiteit.

Tran Quoc Pagoda

Waterpoppentheater

Military Museum

Rustmomentje voor we een asbak van het balkon gooiden (en gelukkig niemand verwondden).

Na al dat lezen over nonkel Ho, wilden we wel eens nader kennismaken met deze meneer.  En dat kon.  Zijn lichaam ligt namelijk opgebaard in een mausoleum in Hanoi.  Enkele feitjes: Ho Chi Minh is gestorven in 1969, het mausoleum staat er sinds 1975 en zijn lichaam gaat elk jaar twee maanden naar Rusland ter verzorging.
Nonkel Ho was heel belangrijk voor Vietnam, een bezoek aan zijn mausoleum is dan ook een serieuze zaak en dat zullen we geweten hebben.  Ik was onder de indruk, ja, zelfs een beetje bang misschien.

Ho Chi Minh mausoleum

We mochten aanschuiven in een rij.  Per twee.  Onze kinderen zijn ondertussen al helemaal vergeten wat discipline is, maar werden daar even direct weer op gewezen.  Eli als eerste, toen hij durfde afwijken uit zijn rij.  Daar kwam een streng uitziende dame hem terechtwijzen.  Eli stond direct terug in de rij (Ik vraag me af of zijn juf Jane ook zo'n effect heeft).  De kolonne mocht beginnen stappen, mooi in formatie, nog steeds per twee, achter elkaar.  Af en toe werd er naar ons geroepen, voor onduidelijke redenen, maar indruk maakte het wel.  Af en toe moesten we stoppen bij streng uitziende militairen.  Ik fluisterde Michel al toe:"Zouden gevangen Amerikanen zich ook zo gevoeld hebben?".  (I know, foute humor, sorry.)  Gelachen werd er niet, geglimlacht ook niet.  Behalve die ene jonge militair in het mausoleum die ik Eli toch een vertederend glimlachje zag toewerpen, oef.  Na een lange stille wandeling kwamen we aan bij het eigenlijke mausoleum.  Voor het mausoleum stonden ook militairen, met een changing of the guards die niet moet onderdoen voor Londen.  We mochten binnen, trappen op, monddoekjes uit en dan mochten we sereen langs de glazen kist van Ho Chi Minh wandelen, die ook weer geflankeerd werd door vier militairen.  En onze kinderen hebben gezwegen.  De hele weg.

We ontmoetten er Belgen die voorstelden een familieportret van ons te nemen.

Maar drie dagen Hanoi was voldoende.  Op het einde van dag drie zei ik plots tegen Michel:"Schatje, ik heb het gehad".  Die scooters, dat getoeter, het geen plaats hebben, ...  Nergens heb je een meter plaats: niet in je hotel, niet op restaurant, niet op het voetpad, het pleintje voor de kathedraal was 400 vierkante meter groot en de grootste open plaats die we gezien hebben in de oude stad.  Heel de tijd de kindjes aan de hand moeten houden, moeten opletten dat er geen scooter over je tenen rijdt,... Het was op.  We waren blij dat we de volgende dag mochten vertrekken naar een eiland, naar de achterkant van Ha Long Bay - UNESCO erfgoed.  Dat kon alleen maar veel moois beloven.

De kathedraal van Hanoi.  Naar het voorbeeld van de Notre Dame.