Tempels, olifanten en aardbeien

Chiang Mai deel 2

Dag 12 - dag 15 (15/01 - 18/01): op ontdekking in Chiang Mai en omstreken



Wij en steden: het blijft een dubbel gevoel.  Chiang Mai is een toffe stad en ik kan me inbeelden dat je hier kan wonen.  Je hebt en vindt hier werkelijk alles wat je wil of nodig zou hebben.  Een shoppingparadijs, heerlijk eten, leuke bars, cultuur, natuur, ...  Anderzijds, al reizend met onze twee kleine pagadders merken we dat we snakken naar rust en groen en ruimte en minder stad vooral.  Dit nemen we dus mee in onze verdere reisplanning en we zullen het bezoek aan steden beperken en eventueel zelfs vermijden.

Night Market
Chiang Mai
Maar dit gezegd zijnde hebben we er wel een leuke tijd opzitten hier in Chiang Mai.  We hebben hier bijvoorbeeld ontzettend lekker gegeten.  Red curry is toch mijn favoriet en ik kan elke dag beter tegen de pikantheid.  Mocht je ooit in Chiang Mai zijn, dan kunnen we je het restaurant Lemongrass aanraden.  Een toppertje!  En als je je even thuis wil voelen, loop dan eens de Mellowmango binnen, de bar van Michel zijn neef Yves en zijn vriend God, waar je Belgische pintjes kan drinken en stoofvlees met frietjes kan eten.

Een lekker wijntje in de Mellowmango

De nightmarkets of Saturday walking street zijn een waar shoppingparadijs vol leuke souvenirtjes en interessante foodstands (krokodil iemand? of een hot sperm cocktail?).  Fijn voor de kleintjes is dat je ook even gewoon helemaal vertrouwd kan gaan met lekkere frietjes of pannenkoeken met nutella of een heerlijk aardbeienijsje.  Niet dat we te klagen hebben over de kindjes en hun eten: Eli is van "bah, rijst" geëvolueerd naar "rijst in ruil voor een ijsje" overgegaan tot "Mag ik nog wat rijst, mama?".

Red curry met Chang bier: altijd een winner.

Night market.  Eli al helemaal in de stijl van een hippie backpacker.

En nu we toch aan het stoefen zijn met onze kinderen: ze doen dat hier echt goed.  Sanna uiteraard met haar ziekenhuisbezoek.  Maar ook gewoon het vele reizen,  het stappen, de lange busritten, de ontzettend vele indrukken, de nieuwe bedjes elke keer opnieuw: geen gezeur, geen geklaag.  Ze gaan mee in alles en ze genieten er zelfs van.
We hadden hun rugzakjes gevuld met wat speelgoed, kleine dingen zoals playmobil, autootjes, een barbie, ...  Ze hebben hier nog met niets gespeeld.  Ze spelen met wat ze vinden: een takje, een blaadje, een fles, een rietje, ...  Nu hebben ze een plastic fles omgebouwd tot pop en zorgen ze daar voor als voor een echte baby.  Heerlijk om te zien.

De 'poppen' van Sanna & Eli

Eli was al sociaal, maar is het zowaar nog meer geworden.  Overal waar we heen gaan, zoekt hij zichzelf een vriend of vriendin.  De taxichauffeur, de persoon naast hem op de bus, de mevrouw in het restaurant, de mahout (olifantenverzorger) of gewoon iemand die passeert op de fiets.  Hij pikt er iemand uit, doopt die tot zijn beste vriend of vriendin van de dag en laat die niet meer gaan.  Dat gaat van zwaaien, tot knuffels, tot heel de tijd handjes vasthouden.  Je kan je voorstellen dat die kleine hier al veel harten heeft doen smelten met zijn lange blonde lokken (ook al twijfelen velen of hij nu een jongen of een meisje is).
Zelfs onze lieve Sanna die van nature veel geslotener is, begint te zwaaien en te praten met mensen en dat deed ze onlangs zelfs in het Thais.  Ze kroop in een taxi en zei:"Sawat die kha (hallo)!".  Hilariteit alom.

Eén van Eli's vriendinnen

Strawberry fields forever

We huurden deze week ook een tuktuk voor een dag en trokken erop uit.  De chauffeur nam ons mee naar Wat Phra That Doi Suthep, één van de heiligste plekken in Thailand.  Het ligt boven op een heuvel en kijkt uit over Chiang Mai.  Het verhaal gaat dat een monnik hier kwam met een bot uit de schouder van Boeddha en het bot op deze plek in twee brak.  Daarom bouwden ze hier een klooster in 1383.

Wat Phra That Doi Suthep

De tuktuk zette ons beneden af en toen moesten we met een rot daang (een rode bustaxi) de berg op.  Pfieuw, er zijn aangenamere dingen.  Niet alleen omdat je zigzaggend haarspeldbocht in en uit een berg op reed (sorry mama!), maar daar werd je echt met de vervuiling geconfronteerd.  Het was al erg in de tuktuk, nu was het nauwelijks te harden.  Die uitlaatgassen...  Zo het genre dat je niet alleen misselijk werd van de stank, maar die je ook smaakte in je mond.  Zo erg dus.    Toen we boven stonden, hadden we trouwens ook een mooi uitzicht op de smog en niet op Chiang Mai.  Die mondlapjes, die snap je toch meer en meer.  Maar een mooie tempel, dat dan weer wel.

rot daang

Smog boven Chiang Mai







De chauffeur bracht ons ook naar een aardbeienveldje.  Heel leuk.  We stonden terug te midden van het groen en we bloeiden alweer open.  Uiteraard kochten we aardbeien.  Smullen!

Aardbeienvelden

We stopten ook nog in een insectenmuseum.  Of all places, echt iets voor mij.  Maar heerlijk voor de kinderen.  Er was een vlindertuin, een museum waar de kindjes leerden over wandelende takken, vlinders, schorpioenen, kevers, spinnen en om te eindigen, mochten we nog een paar van die heerlijke dieren aanraken.  Een wandelende tak vond ik prima op de arm van Sanna en Eli, maar toen ze afkwamen met een schorpioen en een tarantula heb ik vriendelijk bedankt.  Het is volgens mij nog steeds de bedoeling dat kinderen gewoon niet aan zulke dieren komen als ze die zien in het echt en er gewoon ver van wegblijven.  Een schildpad aaien vonden we wel cool.

Sanna en een beestje
Eli en een beestje

We eindigden de dag bij de zilveren tempel.  Bleek dat enkel mannen daar binnen mochten.  Owla, kwam daar even de feministe in kleine Sanna naar boven.  Een hele litanie van dat het toch wel niet kon dat meisjes daar niet binnen mochten en dat ze daar boos van werd en dat zij wel eens naar een tempel zou gaan waar jongens niet binnen mochten en dat dit niet lief was.  Een halfuur later was haar tirade nog steeds niet voorbij.  Vijf jaar is ze.  Ze gaat een briljante toekomst tegemoet!  En Eli bleek dan plots een kleine opportunist te zijn.  Hij die altijd zijn zus wil nadoen en zegt dat hij een meisje is, bleek toch wel een rasechte jongen toen hij met papa de tempel binnenmocht.

De zilveren tempel
Men only

Into the wild... of toch niet?

Ah, vrijdag was olifantendag.  Daar keken de kindjes nu toch al maanden naar uit.
Vroeg uit de veren, minivan in en na anderhalf uur rijden, kwamen we terug in haarspeldbocht-gebied.  Nog even later kon je zelfs niet meer spreken van verharde wegen (sorry mama!), maar wat een prachtige natuur!



We kwamen aan bij een huis in de heuvels, bij een rivier en we zagen al direct vier olifanten, met een kleintje ertussen.  Die kleine deugniet kwam al direct op ons afgelopen, achter ons aan, Eli en Sanna achter die kleine olifant aan, ...  We startten met fruit geven.  We mochten ook gewoon tussen de olifanten wandelen, hen aaien, eten geven.  Daarna gingen we met zijn allen op wandel en liepen de olifanten vrij rond in de natuur.  Na de lunch namen de olifanten een modderbadje en mocht iedereen mee in dat bad, maar met Sanna haar draadjes kon dit niet en wij waren met z'n allen solidair met Sanna.  En de dag eindigde met een duik in de rivier om de modder van zowel de olifanten als de mensen te wassen.  



Stukje fruit eten: olifanten eten tot 20 uur per dag, 200 kilo, vegetarisch.



Het was een zalige dag, al helemaal voor de kindjes en wij genoten enorm van het zien van die geweldige dieren en de prachtige natuur waar we zaten.  Toch was het ook een dubbel gevoel.  We hadden er vooraf al goed over nagedacht en we zouden sowieso niet op een olifant rijden, want daarvoor moeten de olifanten echt wanpraktijken ondergaan.  Dat hadden we uitgelegd aan de kindjes en dat begrepen ze.
We hadden zeker de indruk dat de olifanten op deze plek goed verzorgd werden, maar je kan niet ontkennen dat ze nog steeds getraind worden.  Een olifant spuit heus niet zomaar toevallig water naar mensen om je te wassen, dat doet hij op commando.  Anderzijds is dat ook het inkomen van die mahouts en onderhouden ze hiermee hun familie.  Er is een evolutie gaande en dat merk je.  De oudste olifant (46 jaar) die zwaaide met zijn hoofd toen we vertrokken, een truc aangeleerd wellicht uit de oude tijd, de twee anderen deden dat al niet meer en die kleine (1,5 jaar) die liep daar al rond zich van niet teveel meer aantrekkend en stampte zelfs op Michel zijn tenen.


Sommige dingen vonden we oké, andere niet.  Het 'vrij' rondwandelen was super, dat we niet konden baden, vonden we helemaal niet erg, we hebben bewust geen foto's genomen toen de olifant 'plots' ging zitten op een heel fotogenieke plaats, maar we lieten dan wel een foto nemen met ons allen om (te laat) te beseffen dat ze de olifanten dan ook een trucje lieten doen.  Het is niet zwart/ wit.  We hebben gedaan wat wij oké vonden, maar zelfs deze dag voelde al wat onwennig.
Maar we gaan hier niet de moraalridders uithangen, want we hebben wellicht ook wel duizend dingen verkeerd gedaan zonder het zelf te beseffen.  Maar onze intenties zijn goed 😉

Snack voor de olifant.  Eli weigert het vast te houden, omdat het lijkt op 'kaka'.

Het maken van de snack

Foute foto

Zaterdag was onze laatste dag in Chiang Mai en bij Yves en God.  Nog een laatste stop in Thailand: Chiangrai en dan reizen we door naar Laos.